horizontal rule

  Algemene informatie Chili  

horizontal rule

inhoud:

bullet Inleiding
bullet Vuurland
bullet Paaseiland
bullet Landschap
bullet Andesgebergte
bullet Rivieren
bulletGeschiedenis
bullet Precolumbiaans Chili
bullet Prehistorische volkeren
bullet Europese veroveraars, de ‘conquistadores’
bullet Onafhankelijkheidsstrijd, Bernardo O’Higgins eerste president
bullet Chili eerste parlementaire republiek in Zuid-Amerika
bullet Periode Salvador Allende
bullet Dictatuur onder Pinochet
bullet Vrije verkiezingen: Patricio Aylwin president
bullet 21e eeuw
bulletBevolking
bullet Algemeen
bullet Spreiding
bullet Samenstelling
bulletEconomie
bullet Historisch overzicht
bullet Buitenlandse investeringen
bullet Landbouw, bosbouw en visserij
bullet Mijnbouw
bullet Industrie
bullet Handel
bullet ICT
bullet Verkeer

Inleiding

Chili (officieel: República de Chile) is een republiek in Zuid-Amerika, ingeklemd tussen het Andesgebergte in het oosten en de Stille Oceaan in het westen. De totale oppervlakte van Chili bedraagt 756.626 km2, en het land is daarmee ca. 19 keer zo groot als Nederland. Chili is na Brazilië, Argentinië en Peru het vierde grootste land van Zuid-Amerika.

Chili strekt zich hemelsbreed meer dan 4200 km lang uit langs de Grote Oceaan en is minimaal 64 km breed en maximaal 350 km. De totale lengte van de kustlijn bedraagt 6435 km. Aan de landzijde grenst Chili in het oosten aan Argentinië (5150 km), in het noordoosten aan Bolivia (861 km) en in het noorden aan Peru (160 km).

Twee grote eilanden in de Grote Oceaan behoren tot het territorium van Chili: de Juan Fernández eilanden (‘Robinson Crusoe-eiland’ 185 km2) op 670 km uit de kust, en Paaseiland of Rapa Nui (163 km2) op 3000 km van de Chileense kust. Tot Chili behoren verder nog de Desventurados eilanden (San Félix, San Ambrosio, Gonzales, 3,3 km2), Sala y Gomez (0,12 km2), en de Diego Ramírez eilanden. Vuurland is een eiland aan de zuidkust en behoort tot Chili en Argentinië. Het zuidelijk deel van Chili bestaat uit een archipel met de doorvaart Estrade de Magellanes en in het uiterste zuiden ligt het eilandje Kaap Hoorn. Chili claimt ook nog een gebied van ca. 1.250.000 km2 van Antarctica. Sommige gedeeltes worden tevens geclaimd door Argentinië en Groot-Brittannië.

terug naar boven 

Vuurland

Vuurland (Spaans: Tierra del Fuego), is een eiland aan de zuidpunt van Zuid-Amerika, verdeeld in een oostelijk deel dat tot Argentinië behoort, en een westelijk tot Chili behorend deel. De totale oppervlakte is 48.390 km2, waarvan 27.998 km2 tot Chili behoort. Uitlopers van de Andes (Andes Patagónico) vormen het zuidelijk deel van het eiland (Mount Darwin, 2180 m), dat door de lage sneeuwgrens (700 m) voor een groot deel bedekt is met sneeuw en gletsjers. Vooral het zuidwestelijk deel heeft een sterk gelede fjordenkust. Het noorden is bosrijk, overgaand in een toendrahoogvlakte. Van de oorspronkelijke indiaanse bevolking (Vuurlanders) zijn slechts enkele kleine, meest nomadische groepen overgebleven. De belangrijkste plaatsen in het Chileense deel zijn Porvenir en Manantiales. De voornaamste economische activiteiten zijn schapenhouderij en sinds ca. 1950 aardolie- en aardgaswinning. Tierra del Fuego werd in 1520 ontdekt door Fernão de Magalhães, die er vuren zag branden en daar het eiland naar noemde.

terug naar boven 

Paaseiland

Paaseiland (Spaans: Isla de Pascua; inheemse naam: Rapa Nui = de Grote of Te-pito-o-te-henua = navel der aarde) is een Chileens eiland in de Grote Oceaan, op ongeveer 3500 km afstand van het vasteland van Chili. Het wordt beschouwd als het oostelijkste van de Polynesische eilanden. De totale oppervlakte van het eiland is ongeveer 162,5 km2 en er wonen ca. 2800 inwoners, die voornamelijk van Polynesische afkomst zijn. Het vulkanische, tot ca. 600 m hoge eiland is driehoekig van vorm, met op elke hoek een vulkaankegel. Er is veehouderij, wat akkerbouw voor eigen gebruik, en toerisme, o.a. de verkoop van houtsnijwerk. Sinds 1967 is het eiland bereikbaar voor vliegtuigen. Het eiland is vooral bekend om de gigantisch grote stenen beelden (waarschijnlijk voorouderbeelden, door de inwoners moai genoemd) met een gemiddelde hoogte van 4-5 meter. De beelden zijn over het hele eiland verspreid en kenmerkend zijn de opvallend lange oren. Sommige beelden hebben oorspronkelijk een cilindrische hoofdbedekking van rode tufsteen gehad. Vroeger hebben veel beelden op een stenen platform (ahu genaamd) gestaan, met de rug naar zee gekeerd. De UNESCO heeft meer dan 1000 beelden en ca. 350 ahu-platforms geteld. De kern van deze platforms, die soms een graf bevatten, is gebouwd op een manier die overeenkomt met de technieken zoals die gebruikt zijn in Cuzco (Peru): de vaak zeer grote steenblokken passen nauwkeurig en zijn zonder voegmateriaal gestapeld. Het eiland werd op paaszondag (6 april) 1722 ontdekt en bezocht door een Hollandse expeditie onder Jacob Roggeveen, die op zoek was naar het onbekende 'Terra Australis' (Zuidland). Op 15 nov. 1770 werd het door de Spanjaard Felipe Gonzales y Haedo voor de Spaanse Kroon in bezit genomen onder de naam San Carlos. Op 9 september 1888 werd het eiland door Chili in bezit genomen en heeft toen enige tijd dienst gedaan als strafkolonie.

terug naar boven 

Landschap

Chili heeft door het reliëf, de geologische omstandigheden en de verschillende klimaten een gevarieerd landschap. Chili wordt uiteraard gedomineerd door het Andesgebergte of Cordillera de los Andes. Dit gebergte neemt de gehele oostgrens van het land in beslag. Langs de oceaan ligt het kustgebergte Cordillera de la Costa, met toppen tot 3000 meter hoogte. Dit kustgebergte wordt regelmatig onderbroken door brede rivieren uit de Andes. Tussen de twee bovengenoemde gebergtes ligt een centrale laagvlakte, de Llano Intermedio of Valle Longitudinal. In het noorden van deze vallei ligt de Atacama woestijn en de Pampa del Tamarugal, twee droge bergachtige woestijngebieden. Het hart van de Atacama bestaat uit een 2000 km2 groot gebied, totaal zonder begroeiing. Hier liggen ook de grote zoutvlakten of ‘salares’. In het zuiden ligt de vruchtbare ‘centrale vallei’, waar ook de meeste mensen wonen. In het uiterste noorden gaat het Andesgebergte direct over in het kustgebergte. In het zuiden hoort een klein deel van de Argentijnse Patagonische steppe bij Chili. In de provincies Antofagasta en Atacama ligt nog een derde bergrug, de Cordillera Domeyko. De eigenlijke, ruim 600 km lange Centrale Vallei begint bij Santiago, gaat in de provincie Valdivia over in een bosrijk merengebied en bereikt bij Puerto Mont de Grote Oceaan. In de provincies Chiloé, Aisén en Magallanes loopt de Andes uit in de Grote Oceaan. Hier heeft de ijskap de kust een sterk geleed karakter gegeven. Ten oosten van het Andesgebergte ligt in het zuiden de Patagonische steppe of pampa. De grond is hier vrij stabiel en aardbevingen komen hier nauwelijks voor. Doordat het land hier verschillende keren daalde, is dit gebied vaak overstroomd door de zee. Zo ontstonden er dikke gesteentelagen met rijke gas- en olievoorraden. Een deel van deze steppe bestaat uit vulkanische basaltlagen, die typisch donkere ‘tafelbergen’ met vlakke toppen vormen. Bijzonder is dat na de ijstijden velden vol rolstenen, de zogenaamde ‘rodados patagónicos’, achterbleven.

terug naar boven 

Andesgebergte

De Chileense of ‘zuidelijke Andes’ vormt samen met de Rocky Mountains het langste gebergtesysteem op aarde, ca. 7250 km lang. De structuur van de Andes is vrij eenvoudig, met lange evenwijdige noord-zuidketens en vrijwel zonder dwarsdalen. Diepe dalen zijn wel te vinden tussen hoge bergketens of op uitgestrekte hoogvlaktes. Doordat Chili zich aan de instabiele westrand van het Zuid-Amerikaanse continentale plateau bevindt, komen er in vooral in het midden en zuiden van het land veel aardbevingen voor. Ook liggen in dit gebied honderden vulkanen, zoals de Tronador, de Fitz Roy en de Maipo. De Chileense Andes heeft toppen van meer dan 7000 meter en is ter hoogte van Noord-Chili meer dan 600 km breed. De hoogste piek in Chili is de Nevado Ojos del Salado (6893 m) en de hoogste vulkaan is de Llullaillaco (6739 m). In totaal zijn er meer dan 2000 vulkanen, waarvan bijna de helft op de een of andere manier actief is.

Van noord naar zuid is de Andes landschappelijk te verdelen in vier zones:

De noordelijke Andeshoogvlakte of Altiplano Door de grote vulkanische activiteiten is dit gebied opgevuld met aslagen en vulkanische gesteenten. De gemiddelde hoogte bedraagt hier ca. 4000 meter. De Andes is hier op z’n breedst en bezaaid met deels nog actieve vulkanen.

Centrale Andes

Dit zeer hoge gedeelte van de Andes is opgebouwd uit vulkanische gesteenten, maar kent geen actieve vulkanen meer. Zeer opvallend zijn de grote hoogteverschillen in dit gebied. Vanaf Santiago, op 500 meter hoogte, rijst het gebergte binnen 50 km steil omhoog tot de hoogste berg van Zuid-Amerika, de Aconcagua (6960 m), die trouwens net op Argentijns grondgebied ligt. Andere hoge toppen zijn de Tupungato (6800 m) en de Mercedario (6770 m).

Andes van het ‘merengebied’

De Andes is hier veel lager dan in de Centrale Andes. De Andes bestaat hier uit een door gletsjers gevormd merenlandschap en veel, vaak nog actieve vulkanen (tot 3600 meter hoog). Ook vinden hier af en toe aardbevingen plaats; een van de zwaarste aardbevingen ooit op aarde waargenomen vond in 1960 voor de kust van Zuid-Chili plaats.

De Andes van Patagonië en Vuurland

De Andes (tot 4000 meter hoogte) grenst hier direct aan zee met steile bergwanden en diepe fjorden. De vulkanen in de Patagonische Andes zijn niet meer erg actief. Het landschap is hier ook vooral bepaald door gletsjererosie in de vier ijstijden van het Pleistoceen. In het oosten slepen de gletsjers grote bekkens uit: hierdoor ontstonden de grote randmeren van de Patagonische Andes, o.a. het Lago General Carrera en het Lago Argentino. De Patagonische Andes wordt nog steeds bedekt door twee grote ijskappen.

terug naar boven 

Rivieren

De aan de westzijde zeer steile Andesketen vormt de grote waterscheiding van zuidelijk Zuid-Amerika. De rivieren in Chili stromen in hoofdzaak van oost naar west. In het noorden is de Río Loa (443 km lang) de enige rivier die een regelmatige watertoevoer heeft en de oceaan bereikt. Meer naar het zuiden doorbreken de rivieren de Cordillera de la Costa en bereiken wel de oceaan. Irrigatie (Río Maule en Río Bío-Bío) en opwekking van elektriciteit zijn hier mogelijk, maar voor de scheepvaart zijn de rivieren niet van betekenis. Andere belangrijke rivieren zijn de Río Maipo, de Río Aconcagua en de Río Copiapó.

terug naar boven 

Geschiedenis

Precolumbiaans Chili

Ca. 20.000 jaar geleden verspreidden zich vanuit Azië nomadische jagers over geheel Noord- en Zuid-Amerika. Men neemt aan dat uiteindelijk tussen 17.000 en 12.000 jaar geleden de eerste mensen Vuurland in het zuiden van Chili bereikten. Deze jagers en verzamelaars trokken rond en bevonden zich nooit lang op een vaste plaats. Rond 5000 v.Chr. gingen veel mensen in geheel Zuid-Amerika over op landbouw, en verbouwden onder andere katoen en maïs. Deze omslag gebeurde ook in Noord-Chili, in Zuid-Chili bleven de bewoners vanwege de klimatologische omstandigheden jagers en verzamelaars.

terug naar boven 

Prehistorische volkeren

De eerste bevolkingsgroepen in het noorden van Chili waren nomadische vissers, sierra bewoners, vallei indianen en Aymara indianen op de hoogvlakte. Al deze groepen stonden wel in contact met elkaar en dreven op uitgebreide schaal handel.

Een voorbeeld van nomadische vissers waren de Changos die langs de hele kust van het Kleine en Grote Noorden leefden. De Changos wisten de komst van de Europeanen te overleven tot eind 19e eeuw.

De Atacameños waren aanvankelijk jagers, maar gingen langzaamaan over op sedentaire landbouw en vielen op door het maken van irrigatiesystemen en terraslandbouw. De Atacameños stonden in de 12e eeuw n.Chr. zowel op landbouw- als op cultuurgebied op hun hoogtepunt. De opkomst van de Inca’s en de komst van de Europeanen zorgden voor de neergang van de Atacameños cultuur.

De Aymaras woonden op de hoogvlakte en iets ten noorden van de Atacameños. De huidige Aymaras stammen af van volken uit het westelijke Amazonegebied en hadden hun bloeitijd tijdens de periode van het Inca rijk.

Tot aan de komst van de Inca’s kan men verschillende periodes onderscheiden binnen de bovenstaande culturen van het Grote Noorden. De archaïsche periode duurde van 8000-1000 v.Chr. en werd beheerst door de Chinchorro cultuur die vooral bekend is geworden door opmerkelijke grafvondsten en gemummificeerde lichamen, die tot de oudste ter wereld behoren. Het hoogtepunt van deze cultuur lag tussen 4000 en 2000 v.Chr., en werd 1000 v.Chr. definitief verdrongen door de ‘Faldas del Morro’ cultuur, die voor het eerst aardewerk maakten. Deze ‘aardewerk’-periode wordt de formatieve periode genoemd en stond ook in het teken van het tot huisdieren maken van lama’s en alpaca’s. Deze vroeg keramische periode duurde van 1000 v.Chr. tot 300 n.Chr. Na de formatieve periode stond geheel Noord Chili onder grote invloed van het Tiwanaku rijk, het belangrijkste culturele en politieke centrum van die tijd, met als hoofdkwartier de Boliviaanse hoogvlakte. Tijdens de laatkeramische periode van 1000 tot 1470 ontstonden er verschillende onafhankelijke koninkrijken in het noorden van Chili, die verdedigd werden door forten (Atacameños).

De archaïsche periode in het Kleine Noorden van Chili duurde van 8000-2000 v.Chr. en ook in deze periode trokken jagers van de kust naar het binnenland en daarna over de Andes heen. De bloeiperiode van de El Molle cultuur in de Elquivallei ligt tussen 0-800 n.Chr. Deze semi-permanente landbouwers zijn vooral bekend geworden vanwege hun nieuwe manier van pottenbakken. Toen de El Molle cultuur verdween, werd het gebied rond 900 overgenomen door de Diaguitas, die de landbouw op een veel hoger plan brachten door allerlei nieuwe technieken te ontwikkelen, door metaalbewerking en door het maken van zeer mooi aardewerk.

Van de vroegste bewoners in Zuid Chili hebben alleen de Mapuche of Araucaniërs de komst van de Europeanen overleefd. Ze trokken in de 12e eeuw vanaf de Argentijnse steppes over het Andes gebergte naar de bossen van Zuid Chili. Het waren jagers, maar ze ontgonnen ook bossen om gewassen als maïs, aardappels, bonen en quinoa, een bepaalde graansoort, te verbouwen. Het kleine Tehuelche volk leefde op de Patagonische steppe ten oosten van het Andes gebergte en zij worden ook wel Aonikenk genoemd. Het waren echte nomadische jagers, die gedwongen door het harde klimaat, met de seizoenen meetrokken. De Chonos leefden totaal geïsoleerd, onder andere op de eilandengroep van Zuid Chili. Het waren voornamelijk vissers, net als de Vuurlanders, die in het uiterste zuiden van Chili woonden. Toen de ontdekkingsreiziger Magelhaes Zuid Chili aandeed, leefden hier vier indianenvolken: de Haush of Manekenks en de Onas of Selk’nam waren stammen die van de jacht leefden; de Yaghanes of Yamanas en de Alacalufes waren vooral vissers. Deze Vuurlanders stonden op een vrij laag ontwikkelingsniveau, maar kenden wel hun natuurlijke omgeving door en door. Zij hadden een rijke religie, die doorspekt was met sagen en legenden. Opmerkelijk is dat ze maar zeer weinig kleren droegen in het barre, natte klimaat. Toen Europese kolonisten vanaf 1881 Vuurland bezetten, was het snel gebeurd met de Vuurlanders, o.a. door ziektes die de Europeanen meebrachten, maar ook door ordinaire moordpartijen.

In de vijftiende eeuw ontwikkelde zich in Centraal-Zuid-Amerika de grote Inca beschaving. Vanuit Peru drongen zij via de Atacama woestijn het huidige Chili binnen en veroverden grote delen van het land. Alleen de Mapuches in het zuiden van Chili slaagden erin om de Inca’s tegen te houden. Ten tijde van de Inca’s leefden er ca. 1 miljoen mensen op het huidige Chileense grondgebied.

terug naar boven 

Europese veroveraars, de ‘conquistadores’

De zuidpunt van Chili was in 1520 door ontdekkingsreiziger Ferdinand Magelhaen ontdekt. Pas nadat in de jaren dertig van de zestiende eeuw Peru op de Inca’s was veroverd, deden de Spanjaarden in 1536, onderleiding van Diego de Almagro, een poging om Chili te veroveren en goud te vinden. Beide doelstellingen werden echter niet gehaald en pas in 1541 werd er een nieuwe poging gewaagd. Deze poging werd ondernomen door Pedro de Valdivia, en slaagde wel; Chili werd een Spaanse kolonie. De Valdivia liet er geen gras over groeien en stichtte de steden Santiago, Concepción, Valparaíso en Valdivia. Chili werd opgedeeld in zogenaamde ‘encomiendas’, grote landbouwbedrijven die in het bezit waren van grootgrondbezitters en geleid werden door ex-soldaten en avonturiers. Het zware werk werd uiteraard gedaan door indianen, die zwaar te lijden hadden onder de Spaanse bezetting. Voor de indianen onbekende ziektes braken uit en velen vluchtten de oerwouden of de bergen in. Net als voorheen hielden de Mapuches in het zuiden lang stand tegenover de Spanjaarden, tot zelfs in de 19e eeuw. In de 16e eeuw was Chili economisch nog niet interessant voor de Spanjaarden en in 1700 telt de kolonie dan ook nog maar 100.000 inwoners van Europese afkomst. Pas na de ontwikkeling van landbouw en veehouderij in de 18de eeuw begon een periode van economische opgang, waardoor vele immigranten uit Europa werden aangetrokken. De bevolking steeg nu snel tot ruim één miljoen rond 1800.

terug naar boven 

Onafhankelijkheidsstrijd, Bernardo O’Higgins eerste president

In de eerste helft van de negentiende breekt er een onafhankelijkheidsstrijd uit in Chili, net als in de rest van Zuid-Amerika. De uit de Franse Revolutie stammende liberale denkbeelden en het uitroepen van de Noord-Amerikaanse onafhankelijkheid hadden hier grote invloed op. Er brak in Chili een soort burgeroorlog uit tussen de Spaansgezinden en de autonomen die voor onafhankelijkheid waren en de Spaanse invloed in het bestuursapparaat meer dan zat waren. De onafhankelijkheidsstrijders werden aangevoerd door de van Ierland afkomstige Bernardo O’Higgins. Hij kreeg hulp van Argentijnse troepen, die onder leiding stonden van een van de ‘bevrijders’ van Zuid-Amerika, José de San Martin. Het Spaanse leger werd in de Slag van Maipu verslagen door de autonomisten, waarna Chili in 1818 onafhankelijk werd met O’Higgins als eerste president. Hij ontwierp een grondwet die echter ten koste ging van de invloed van de grootgrondbezitters en de kerk. Hierdoor ontmoette hij zoveel weerstand, dat hij in 1823 aftrad. Er volgde nu een zeer onrustige periode met veel opstanden en staatsgrepen. Onder Diego Portales komt er in 1833 weer een autoritaire regering aan de macht, waarin eigenlijk de grootgrondbezitters het voor het zeggen hadden. Dit betekende politiek en economisch een vrij stabiele periode, die nog versterkt werd door de ontwikkeling van een landbouweconomie naar steeds meer inkomsten uit de handel en de mijnbouw. Door het conservatieve beleid van achtereenvolgende presidenten namen de spanningen met meer liberale stromingen toe. Bij de grondwetsherziening van 1871 werd het systeem van presidentsverkiezingen enigszins veranderd, een klein succesje voor de liberalen. Eind negentiende eeuw liet Chili haar ogen vallen op de guano- en nitraatvoorraden in het noorden van Peru en Bolivia. Chili annexeerde in 1879 grote delen van beide landen in de zogenaamde ‘Pacifische Oorlog’ of ‘Salpeteroorlog’. Door de inspanningen in het noorden verloor Chili wel een groot gedeelte van Patagonië aan Argentinië. Verder veroverde Chili ook de Paaseilanden. De opstandige Mapuches werden eindelijk onderworpen aan het centrale gezag en ondergebracht in reservaten, waar ze nog steeds in grote armoede leven. Eindelijk werd ook het zuiden van Chili opengelegd en gekoloniseerd, met name door duizenden Europeanen die door het bevolkingsoverschot in Europa emigreerden naar Chili. In de negentiende eeuw werd er ook op grote schaal door Engeland en vooral Duitsland in de industrie en mijnbouw van Chili geïnvesteerd.

terug naar boven 

Chili eerste parlementaire republiek in Zuid-Amerika

In 1884 werd er in Chili algemeen kiesrecht ingevoerd en een parlement gevormd, voor de allereerste keer in Zuid-Amerika. De eerste democratisch gekozen president was José Manuel Balmaceda Fernández (1886). Hij wilde de afhankelijkheid van het Britse kapitaal verminderen en een grotere rol voor de overheid in het economische leven. Het Congres keurde deze plannen af en er ontstond een bestuurscrisis, waarvan de vlootaanvoerder, Jorge Montt, profiteerde. Hij versloeg, samen met zijn ‘congressionalisten’, de regeringstroepen. Balmaceda pleegde hierop zelfmoord en Montt werd de nieuwe president van 1891 tot 1896. Er ontstond nu een soort modeldemocratie in Chili, met goede sociale voorzieningen, goed onderwijs en algemeen kiesrecht. Economisch wist Chili hier echter niet van te profiteren en bleef op dit gebeid een ontwikkelingsland. De opbouw van de industrie kwam totaal niet van de grond en men was in feite volkomen afhankelijk van de nitraatexport, die ook nog geheel in buitenlandse handen was. De afhankelijkheid van één product werd pijnlijk duidelijk toen in 1914 kunstmest uitgevonden werd en de handel in nitraat totaal ineenstortte. Ondertussen was gelukkig de koperindustrie aangetrokken, maar ook deze was in handen van twee Amerikaanse bedrijven en afhankelijk van de fluctuerende prijzen op de wereldmarkt. De winsten die gemaakt werden, verdwenen bovendien grotendeels naar het buitenland. Toch verdiende men nog zoveel dat de sociale voorzieningen min of meer intact konden blijven. Dit veranderde in de jaren dertig toen de wereldwijde economische crisis ook in Chili keihard toesloeg en men zich moest gaan bezinnen hoe nu verder te gaan op economisch en sociaal gebied. Met Arturo Alessandri kwam in 1920 de eerste president aan de macht die niet uit een van de rijke families stamde. Met behulp van het leger kon hij zijn hervormingsplannen doorvoeren, waaronder herstel van de macht van de president, belastingmaatregelen en arbeidswetten. In 1927 greep de legerofficier Carlos Ibañez de macht en leidde tot 1931 een dictatoriaal bewind. In 1932 slaagde Alessandri er weer in de macht te heroveren, en daarna zijn ambtstermijn vol te maken. De toegenomen invloed van links kwam in 1938 tot uitdrukking in de verkiezing tot president van Pedro Aguirre Cerda, de kandidaat van het Volksfront. Hij verbeterde het onderwijs en stimuleerde de industrialisatie. De Duitstalige minderheid wist te bewerkstelligen dat Chili gedurende de Tweede Wereldoorlog tot januari 1943 neutraal bleef; daarna koos Chili de kant van de geallieerden. Na de oorlog werd de Amerikaanse invloed steeds evidenter. Een door president Gabriel Videla (1946-1952) ingevoerde wet op de bescherming van de democratie leidde tot ontslag van communistische ministers en grootscheepse vervolging van leden en sympathisanten van de communistische partij. Bij de verkiezingen van 1952 werd de nationalist Ibañez weer tot president gekozen. Na de conservatieve regering van Jorge Alessandri (1958-1964) kwam Eduardo Frei aan de macht: voor het eerst een christen-democratische president.

terug naar boven 

Periode Salvador Allende

In die tijd werd het parlement constant door conservatieve partijen beheerst, maar door de vele sociale ongelijkheden ontstond er een actieve linkse stroming die zich steeds meer ging verzetten tegen de gang van zaken in Chili. Echte staatsgrepen bleven wonderwel uit en pas in 1970 kwam de marxistische Salvador Allende Gossens aan de macht, als kandidaat van de linkse coalitie Unidad Popular (Volkseenheid). De economie zat op dat moment weer totaal in het slop en Allende wilde dat door middel van ingrijpende hervormingen rechtzetten. Die hervormingen hielden onder andere in op grote schaal nationalisaties en natuurlijk herverdeling van het grootgrondbezit. De tegenstand van de rechtse partijen was echter zeer groot en uiteindelijk werden alleen de kopermijnen genationaliseerd. Ook de Verenigde Staten waren het volstrekt niet eens met de weg die Allende ingeslagen was en lieten dit onder andere blijken door een economische boycot. De armste bevolkingsgroepen kregen het onder Allende iets beter, want er werd inderdaad grond herverdeeld en onderwijs en sociale voorzieningen kregen nieuwe impulsen. Voor de eenheid in het land waren deze maatregelen echter funest. Er heerste chaos door illegale grondbezettingen, terroristische acties van grootgrondbezitters en met aanslagen van daarop reagerende linkse groeperingen. Het volk steunde Allende echter van harte en liet dit blijken bij de verkiezingen in 1973, die weer door Allende gewonnen werden. Dit was het sein voor rechts om met behulp van leger en politie, en gesteund door de Verenigde Staten, een zorgvuldig beraamde staatsgreep op 11 september 1973 uit te voeren.

terug naar boven 

Dictatuur onder Pinochet

Het Moneda paleis werd gebombardeerd en Allende pleegde zelfmoord. Het 'Chileense experiment', dat erin bestond langs democratische en vreedzame weg het socialisme te vestigen, had slechts drie jaar geduurd, van november 1970 tot september 1973. Generaal Augusto Pinochet Ugarte werd de leider van de militaire junta en voerde een zeer dictatoriaal bewind, voornamelijk gebaseerd op terreur. Martelingen waren aan de orde van de dag en politieke partijen en vakbonden werden verboden; veel sociale maatregelen werden ongedaan gemaakt. Veel Chilenen vluchtten naar het buitenland of werden verbannen. Op het platteland werd gemoord door militairen en grootgrondbezitters. Onder het bewind van Pinochet vielen 20.000 doden en tienduizenden werden in concentratiekampen en foltercentra gedetineerd. Wegens het op grote schaal en voortdurend schenden van de mensenrechten is het militaire regime in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties herhaaldelijk veroordeeld. De betrekkingen met de Verenigde Staten bereikten een dieptepunt met het stopzetten van de militaire en economische hulp door de regering Carter. In 1980 volgde er een grondwetswijziging, waardoor Pinochet tot minstens 1989 in het zadel kon blijven zitten, pas daarna zouden er weer democratische verkiezingen mogelijk worden. Hierdoor werd de repressie wat minder, waardoor de mensen weer wat moed kregen. In  1983, 1985 en 1986 volgden er massastakingen (15.000 arrestaties), de zogenaamde ‘protestas’. In november 1984 werd zelfs de staat van beleg uitgeroepen. Deze protestacties waren ook een gevolg van de economische teruggang. Ook de kerk mengde zich in deze strijd tussen de gewone man en het establishment. De guerrillabeweging Patriottisch Front Manuel Rodriguez (FPMR) pleegde in september 1986 een aanslag op Pinochet. Deze riep opnieuw de staat van beleg uit en er werden oppositieleiders gearresteerd. De afkondiging in 1987 van de wet op de registratie van kiezers en de wet op de politieke partijen maakten weer een legaal functioneren van oppositiepartijen mogelijk. Door de toenemende ontevredenheid van aanvankelijke aanhangers van Pinochet, maar ook uit het buitenland (met name de Verenigde Staten), werd Pinochet gedwongen verkiezingen uit te schrijven en stond Chili op het punt om weer een democratie te worden. Allereerst werd er in oktober 1988 nog een referendum gehouden over het zich herkiesbaar stellen van Pinochet. 55% van de bevolking was hiertegen en nu stond niets meer in de weg om vrije verkiezingen te houden.

terug naar boven 

Vrije verkiezingen: Patricio Aylwin president

De oppositie had zich ondertussen aaneengesloten en de presidentsverkiezingen van 17 december werden gewonnen door de christen-democratische voorman Patricio Aylwin. Na 17 jaar militair regime vond Aylwins ambtsaanvaarding plaats op 11 maart 1990. Chili was trouwens het laatste land in Zuid-Amerika dat de overstap maakte naar een parlementaire presidentiële democratie. Dat was des te wranger vanwege het feit dan er in 150 jaar tijd maar twee staatsgrepen hadden plaatsgevonden. Andere Zuid-Amerikaanse landen hadden er in dezelfde tijd al tientallen achter de rug. De overgang verliep verder vrij geruisloos door de voorzichtige aanpak van de regering. Er werd ook een ‘commissie van waarheid en verzoening’ ingesteld, die een onderzoek ging doen naar de moorden en verdwijningen tijdens de periode Pinochet. Het rapport van de commissie kwam in 1991 uit en was desastreus voor Pinochet; 2000 mensen vermoord door politie en leger, 1000 mensen ‘verdwenen’, en velen waren gemarteld en gevangengezet. De daders zijn nog steeds niet berecht door een in 1987 nog aangenomen amnestiewet en het leger werkte niet echt mee om de onderste steen boven te krijgen. In maart 1994 trad Eduardo Frei Ruiz-Tagle aan als president. Privatisering en modernisering van het bestuur, onderwijs en armoedebestrijding stonden hoog op zijn agenda. Bij de parlementsverkiezingen, eind 1997, behield de regerende Concertatión por la Democracía haar meerderheid in het Huis van Afgevaardigden.

terug naar boven 

21e eeuw

Op 16 januari 2000 kozen de Chileense kiezers na een historische en felle verkiezingsstrijd de gematigde socialist Ricardo Lagos tot president. Lagos, lid van de voormalige socialistische regering van president Salvador Allende, werd de eerste socialistische president van Chili sinds 1973. Lagos, advocaat en voormalig minister van Publieke Werken en Onderwijs, was kandidaat voor de regerende centrum-linkse coalitie Concertación por la Democrácia.

Bij de presidentsverkiezingen van december 2005 was een tweede ronde nodig. De socialiste Michelle Bachelet haalde 46% van de stemmen, net niet genoeg om in één keer te winnen. In de tweede ronde moet Bachelet het op 15 januari 2006 opnemen tegen de rechtse zakenman en miljonair Sebastian Piñera, die 25% van de stemmen kreeg. Als Bachelet de tweede ronde wint, is ze de eerste vrouwelijke president van Chili. In maart werd Bachelet inderdaad tot president beëdigd. Zij won de tweede ronde van de verkiezingen met 53% van de stemmen.

In december 2006 overleed de Chileense oud-dictator Pinochet in een militair ziekenhuis in de Chileense hoofdstad Santiago. Pinochet was 91 jaar oud. Hij liet in de eerste drie jaren van zijn bewind alleen al zeker 130.000 personen arresteren. Veel Chilenen, naar schatting zeker 3000, verdwenen spoorloos of werden vermoord. Tienduizenden ontvluchtten hun land. In juni 2007 belooft de regering smartengeld aan een aantal slachtoffers van het Pinochet-regime. Lokale verkiezingen in oktober 2008 geven aan dat politiek rechts aan een opmars bezig is. In februari 2009 bezoekt president Bachelet Cuba, het is voor het eerst in bijna 40 jaar dat een Chileens regeringshoofd Cuba bezoekt. In januari 2010 wint de rechtse kandidaat Sebastian Pinera de presidentsverkiezingen en maakt zo een einde aan twintig jaar linkse coalities. In maart 2010 wordt hij ingezworen. In oktober 2010 komt er een einde aan het mijndrama in Chili. 33 mijnwerkers zaten 68 dagen ingesloten na een explosie in een mijn op ruim 600 meter diepte. De wereld keek ingespannen toe hoe de mijnwerkers één voor één door een speciaal geboorde schacht naar boven werden gehaald. De Chileense president Sebastiaan Pinera ving hen op en kondigt aan dat Chili een vijftien jaar oud internationaal akkoord over de veiligheid van mijnen zal ratificeren.

In december 2013 wint Michelle Bachelet in de tweede ronde de presidentsverkiezingen.

 

terug naar boven 

Bevolking

Algemeen

Bolivia BevolkingChili's inwonertal werd in 2014 geschat op 17.363.894 mensen. Het tempo van de natuurlijke bevolkingsgroei verminderde van de jaren zestig van de twintigste eeuw gestaag, maar daalde in 2014 weer naar 0.84%. Het geboortecijfer bedroeg in 2014 13,87 geboorten per 1000 inwoners; het sterftecijfer bedroeg in 2014 5,93 sterftes per 1000 inwoners. De levensverwachting voor vrouwen bedraagt 81,6 jaar, voor mannen 75,4 jaar (2014).

terug naar boven 

Spreiding

Santiago Chili

De laatste decennia heeft een versnelde verstedelijking plaatsgevonden, waardoor de inwoners van Chili zeer ongelijk over het land zijn verdeeld. De meerderheid van de bevolking woont in de Centrale Vallei met als middelpunt Groot-Santiago. Santiago telde in 1952 anderhalf miljoen inwoners, maar omvatte in 2011 meer dan 6 miljoen inwoners. Andere stedelijke centra zijn Concepció Viña del Mar, Valparaíso en Temuco. In de grote steden woont ca. 90% van de totale bevolking. De bevolkingsdichtheid bedroeg in 2014 gemiddeld ca. 21 inwoners per km2. Buiten de grote steden is Chili dunbevolkt. Alleen de regio’s Araucanía en Los Lagos hebben een bevolkingsdichtheid van respectievelijk 23 en 13 inwoners per km2. De Patagonische regio’s Aisén en Magallanes hebben een zeer lage bevolkingsdichtheid met minder dan 1 inwoner per km2. De grote krottenwijken aan de rand van de grote steden worden ‘poblaciones marginales’ of ‘callampas’ (paddenstoelen) genoemd. Als gevolg van de aanhoudende trek naar de steden woont nog slechts ca. 10% van de bevolking op het platteland. Geschat wordt dat vanaf 1973 tot eind jaren tachtig een miljoen Chilenen het land om politieke of economische redenen hadden verlaten.

terug naar boven 

Samenstelling

De Chileense bevolking is een mix van verschillende bevolkingsgroepen. Ca. 65% van de huidige bevolking zijn ‘mestiezen’, afstammelingen van Spaanse kolonisten en indiaanse vrouwen. De Spanjaarden kwamen vooral uit de Spaanse provincies Andalusië, Estremadura, Castilië, Léon en Baskenland. Ca. 10% van de totale bevolking bestaat uit inheemse volken of ‘pueblos indigenas’. Door de vele gemengde huwelijken zijn er niet veel zuivere indianenrassen meer over. Ca. 25% van de bevolking bestaat uit blanken, die sinds het einde van 19e eeuw naar Chili emigreerden vanuit Frankrijk, Joegoslavië, Italië, Zwitserland, Engeland, Nederland en vooral uit Duitsland. Zo is Valdivia bijvoorbeeld bijna een ‘Duitse’ stad, met zelfs een Duitse krant. Doordat Chili in de koloniale tijd geen grootschalige plantages had, bleef het aantal zwarten dat vanuit Afrika het land werd ingevoerd als slaven heel klein. De weinige slaven gingen geleidelijk aan geheel op in de rest van de bevolking, zodat Chili geen zwarte cultuur kent.

Van de oorspronkelijke indianenbevolking hebben slechts de Araucanen volken zich met succes weten te verzetten tegen de Spaanse kolonisatie. Pas in 1883 wist het leger het grondgebied van deze voornamelijk uit Mapuche indianen bestaande inheemse bevolking te veroveren. Er zijn nog ruim 3000 Mapuche gemeenschappen in het zuiden van het land, goed voor 6,8% van de totale bevolking. Zij leven vooral in kleine, traditionele gemeenschappen rond de stad Temuco. In totaal zijn er nog ca. 1 miljoen Mapuches. De Mapuches (‘mensen van de aarde’) leven vooral in de zuidelijke regios Araucanía, Los Lagos, en verder in enkele aangrenzende Argentijnse provincies. Het Mapuche volk bestaat uit vijf groepen: Mapuches in Araucanía, Huilliches (‘mensen van het zuiden’) rond Osorno en op het eiland Chiloé, Pehuenches (‘mensen van de bergen’) in de Andes op de grens met Argentinië, Lafquenches of Cuncos (‘mensen van de zee’), Nagches (‘mensen van de vlakten’). De Mapuche cultuur heeft nog steeds een eigen taal, het ‘Mapudungu’, eigen kleding, religie en tradities.

De twee andere inheemse bevolkingsgroepen, die hun eigen cultuur hebben weten te bewaren, zijn de Aymaras en de Atacameños uit de woestijnen en hoogvlaktes van het ‘Grote Noorden’. De Paaseilanders vormen nog een kleine minderheid op hun eiland. De ca. 20.000 Aymara indianen maken deel uit van de Hooglandindianen van Chili, Peru en Bolivia. Ze leiden een nomadisch bestaan en leven afwisselend op grote hoogte in de zomer en in de dalen in de zomer.Ze leven van het verhandelen van producten van lama’s, alpaca’s en schapen. In de dalen verbouwen ze o.a. maïs, bonen, gerst, quiñoa en fruit. Ook de Atacameños leven in het ‘Grote Noorden’ met als centrum San Pedro de Atacama. Ze houden lama’s en alpaca’s en bedrijven wat akkerbouw. Hoewel er volgens wetenschappers geen raszuivere Atacameños meer zijn, worden nog enkele duizenden mensen tot het Atacameense ras gerekend. Velen van hen leven in grote steden als Antofagasta en Calama. De Atacameños zijn recent ook door de regering als ‘inheems volk’ erkend.

terug naar boven 

Economie

Historisch overzicht

Van 1930 tot eind jaren vijftig werd er een nationale industrie opgebouwd ter vervanging van de tot dan toe gehanteerde importindustrie. Een misrekening was dat de binnenlandse markt hiervoor te klein was en de koopkracht te weinig steeg om van deze omslag een succes te maken. In de jaren zestig probeerde men dit door middel van landbouwhervormingen en het zoeken van nieuwe afzetgebieden in de buurlanden. De socialistische regering Allende wilde een herverdeling van de inkomens en de productiecapaciteit verhogen. Na 1973 ligt de sterk liberale nadruk beleidsmatig o.a. op de export, de opheffing van handelsbeperkende en andere protectionistische maatregelen, het vrijlaten van prijzen en het scheppen van gunstige voorwaarden voor buitenlandse investeringen. Dit beleid leidde tot vele ontslagen bij de overheid en vele grote en kleine ondernemingen gingen failliet. Eind jaren zeventig groeide de economie gemiddeld met 9% per jaar, maar in 1982 brak er alweer een zware economische crisis uit. Na 1985 herstelde de economie zich weer dankzij een stijging van de export en een gunstige schuldenregeling met het Internationale Monetaire Fonds. In de periode 1990-1997 bereikte de economische groei een recordwaarde van 10%. Van 1985 tot 1997 liep de inflatie terug naar 7%, niet veel vergeleken met de 20% van begin jaren tachtig. Vanaf 1998 stond de economie in het teken van een tekort op de Chileense handelsbalans, voor het eerst sinds jaren. Ook het bruto nationaal product daalde voor het eerst sinds 1984 weer. Verder verdubbelde de werkloosheid binnen een jaar tot 12% en ontstond er een fiscaal tekort. In de periode van 2003 tot en met 2013 groeit de economie van Chili flink met gemiddeld 5 %. De kloof tussen rijk en arm blijft onveranderlijk breed. Volgens officiële cijfers leefde in 2013 15% van de bevolking beneden de armoedegrens.

Buitenlandse investeringen

terug naar boven 

Chili spant zich zeer in om buitenlandse investeringen aan te trekken. De investeringswetgeving en het belastingstelsel zorgen ervoor dat buitenlandse bedrijven weinig in de weg wordt gelegd. Eind 2013 telde Chili ca. 5000 buitenlandse ondernemingen binnen haar landsgrenzen, afkomstig uit 60 landen. De meeste investeringen vinden plaats in de sectoren mijnbouw, transport, telecommunicatie en nutsbedrijven. De grootste investeerder was de Verenigde Staten (31%) , gevolgd door Spanje, Canada, Engeland, Zuid-Afrika en Nederland (2,8%). De meeste Nederlandse multinationals hebben een vestiging in Chili. De investeringen zijn vooral gedaan in de financiële dienstverlening, de industrie, de mijnbouw, de viskweek, de tuinbouw en het transport.

Arbeidsmarkt Het officiële werkloosheidscijfer bedroeg in 2013 6%. Onvolledige werkgelegenheid, verborgen werkloosheid en seizoenswerkloosheid vallen buiten de officiële statistieken, evenals het grote aantal zgn. 'inactieven' die werk zoeken. Bestrijding van de werkloosheid wordt vooral gezien als een taak van het particuliere bedrijfsleven. De overheid geeft alleen steun aan enkele bijzondere werkverschaffingsprogramma's. Van de beroepsbevolking werkt 13% in de landbouw, 23% in de industrie en 64% in de dienstverlening (2013).

terug naar boven 

Landbouw, bosbouw en visserij

Ca. 42% van de totale Chileense bodemoppervlakte is gecultiveerd: 6% is akkerland, 16% weidegrond en 20% bos. Binnen de totale agro-sector is de verdeling naar sectoren voor het aandeel in het bruto binnenlands product als volgt: fruitteelt 30%, veeteelt 27%, akkerbouw 17%, tuinbouw 13% en bosbouw 13%. De werkgelegenheid in de agrarische sector is goed voor 780.000 werknemers, ca. 14% van de beroepsbevolking.

De meeste landbouwproducten worden verbouwd in de centrale vallei en de regio's Bío-Bío en La Araucana. De belangrijkste producten zijn granen, aardappelen, suikerbieten, maïs en fruit. Het aandeel van de landbouw in het bruto nationaal product (15% in 1950) is gedaald naar 3,6%, terwijl 13% van de beroepsbevolking in deze sector werkzaam is (2014). De export van landbouwproducten wordt sterk gestimuleerd, Chili is op dit moment de grootste fruitexporteur in de wereld. Belangrijke producten zijn tafeldruiven, peren, appels, meloenen. De belangrijkste exportbestemmingen zijn de Verenigde Staten, Mexico en Nederland.

Door de uitgestrekte natuurlijke weidegebieden is extensieve veehouderij mogelijk. In de zuidelijke streek tussen Bío-Bío en Llanquihue is 50% van de rundveehouderij geconcentreerd. Het belang van de varkensmesterij en de schapenhouderij voor de wol export neemt toe. Het land kan grotendeels zichzelf voeden en is dus nauwelijks nog afhankelijk van voedselimport. Sinds 2000 is er een bescheiden opkomst van de vleesexport waar te nemen.

Chili kent uitgestrekte bosgebieden, maar door de gebrekkige vervoersmogelijkheden stelt deze sector economisch nog niet zoveel voor. Belangrijkste boomsoorten zijn naaldbomen, et name de pijnboom ‘pino radiata’, en de eucalyptus. De pino radiata heeft slechts achttien tot twintig jaar nodig om tot volle wasdom te komen en bedekt nu al 82% van het totaal beplante areaal. De exploitatie is voornamelijk geconcentreerd in de provincies Cautín en Valdivia. Belangrijke exportproducten zijn, plankhout, hardboard, fineerhout, houtsnippers en pulp, vooral voor de Japanse markt. 70% van het bosareaal is particulier bezit. De bossen in het zuiden worden bedreigd door overexploitatie.

Chili profiteert van de grote rijkdom aan vis en schaaldieren in de kustwateren en kent dan ook een bloeiende visserij en visverwerkende industrie. De belangrijkste visserijzone ligt in het noorden, de zuidelijke wateren zijn belangrijk voor de vangst van schaal- en weekdieren. De totale jaarlijkse productie bedraagt 6 à 7 miljoen ton. Hiermee is Chili het belangrijkste visserijland van Zuid-Amerika en de grootste vismeelexporteur ter wereld. Vangsten worden verder verwerkt tot visolie en tot verpakte producten voor menselijke consumptie. Door overbevissing is het plafond in de visserij bijna bereikt. Men richt zich nu o.a. meer op de mossel- en zalm-aquacultuur. Chili neemt, samen met Noorwegen, de eerste plaats in op de wereldranglijst van de productie van gekweekte zalm. Het Nederlandse Nutreco is marktleider in Chili. Nadat de productie van zalm en forel enorm is gestegen, richt men zich de komende jaren op het kweken van vissoorten als tarbot, haai en meerval.

terug naar boven 

Mijnbouw

Chili beschikt over grote voorraden minerale grondstoffen. Koperwinning vormt nog steeds veruit de belangrijkste bron van inkomsten, en is nog altijd goed voor 34% van de exportinkomsten (1972 nog ca. 75%!). De totale voorraad wordt op 700 miljoen ton geschat, dat is 40% van de wereldvoorraad. Chili is momenteel de grootste producent van kopererts ter wereld. Sinds 1971 worden de vijf grootste mijnen beheerd door het overheidsbedrijf CODELCO, voorheen waren deze mijnen in Amerikaanse handen.

Belangrijke bijproducten van de koperdelving zijn goud, zilver, zink, lithium (de lithiumreserves in Salar de Atacama worden als de grootste in de wereld beschouwd), nitraat, borium, kobalt, mangaan en vooral molybdeen, waarvan de export spectaculair toeneemt. Ook uranium en ijzererts worden steeds belangrijker als exportproduct. Salpeter, in vroeger jaren Chili's belangrijkste inkomstenbron, speelt nog maar een bescheiden rol.

Olie en aardgas worden door het overheidsbedrijf ENAP gewonnen, maar men streeft steeds meer naar samenwerking met buitenlandse ondernemingen. De eigen productie daalt en men is gedwongen steeds meer aardolie in te voeren. De productie van olie voldoet momenteel nog niet aan 10% van de Chileense behoefte aan olie. Door de stijgende wereldmarktprijzen betekent die toenemende invoer van aardolie een steeds grotere last voor de handelsbalans.

terug naar boven 

Industrie

Chemie en kunststoffen

Enkele bedrijven opereren op de wereldmarkt. Voorbeelden zijn Methanex Chile (methanol), Groep SQM (nitraten, jodium, jodiden), en Sociedad Chilena de Litio (lithiumcarbonat). Het aardgasderivaat methanol wordt op wereldschaal vervaardigd in het uiterste zuiden van Chili, op Cabo Negro bij Punta Arenas. De productie van 3 miljoen ton methanol, maakt Cabo Negro tot het grootste methanolcomplex ter wereld.

Voedings- en genotmiddelen

Door de toegenomen binnenlandse vraag en de succesvolle export van producten uit de land- en tuinbouw en de agro industrie, wordt de Chileense productiesector voor voedings- en genotmiddelen economisch steeds interessanter. De consumptie van elementair basisvoedsel als aardappelen en tarwe nam sterk af, die van zuivel- en vleesproducten steeg sterk.

terug naar boven 

Handel

Chili Export 

Chili kent een zeer actief beleid bij het aangaan van bilaterale en multilaterale handelsovereenkomsten, hoofdzakelijk met landen in Midden- en Zuid-Amerika. In november 2002 sloten de Europese Unie en Chili een associatieverdrag inclusief vrijhandelsovereenkomst, waarvan het goederengedeelte op 1 februari 2003 van kracht werd. De associatie met Mercosur (gemeenschappelijke markt in Zuid-Amerika, bestaande uit Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay) in 1996 was van groot belang, aangezien dat de belangrijkste afzetmarkt is voor de Chileense producten. Chili streeft naar een volledig lidmaatschap van Mercosur. De Chileense economie leunt sterk op de internationale handel. Ook het aantal verschillende exportproducten steeg zeer snel van 1500 in 1989 tot 3800 in 2000. Traditionele exportproducten zijn goud, nitraten, vismeel en vooral koper, dat in 2014 nog voor 34% van de goederenexport in beslag nam. Belangrijke nieuwe exportproducten zijn cellulose, fruit, zalm en vooral wijn. De goederenimport steeg van 7,1 miljard dollar in 1990 tot 75,7 miljard dollar in 2014, deels veroorzaakt door de hoge olieprijs. De import vanuit Latijns-Amerika was 32,7%, vanuit de Verenigde Staten en Canada 21,3%, vanuit Europa 17,7%, vanuit Azië 15,9% en uit andere landen 12,4%.

terug naar boven 

ICT

De Chileense ICT-sector richt zich vooral op de telecommunicatie. Door een concurrentieslag gingen de tarieven voor mobiele telefonie drastisch omlaag. Het gevolg daarvan was een grote toename van het aantal mobieltjes.

terug naar boven 

Verkeer

Het wegennet is tussen de regio's La Serena en Puerto Montt redelijk goed ontwikkeld, evenals tussen Valparaíso en Santiago en andere belangrijke steden. Het binnenlandse wegennet besloeg in 2001 ca. 80.000 km. De belangrijkste noord-zuidverbinding vormt de Carretera Panamericana (Pan American Highway), die vanuit Peru Arica binnenkomt en vandaar tot voorbij Puerto Montt reikt, met zelfs een uitloop op het eiland Chiloé. Er zijn drie autowegen met Argentinië: van Valparaíso naar Mendoza (de Carretera Transandina), in het noorden van Antofagasta naar Salta en in het zuiden van Osorno naar Bariloche. Van Arica loopt een autoweg naar de Boliviaanse hoofdstad La Paz. Er is de laatste jaren veel geld in deze infrastructuur gepompt.

De spoorwegen zijn vrijwel geheel eigendom van de staat, maar er is in een gedeeltelijke privatisering voorzien, evenals een modernisering van het spoor. De lijn Iquique-Puerto Montt, met verschillende oost-westaftakkingen, kent drie verschillende spoorbreedten. In 1975 werd in Santiago de stedelijke metro geopend.

In Chili bevinden zich 344 luchthavens en vliegvelden, waarvan er 10 voor internationaal verkeer worden gebruikt. De grootste luchthaven is die van Santiago. De belangrijkste luchtvaartmaatschappij is Linea Aérea Nacional (LAN), die alle belangrijke Chileense steden aandoet en vanuit het internationale vliegveld Pudahuel bij Santiago verbindingen onderhoudt met de belangrijkste Latijns-Amerikaanse steden, de Verenigde Staten en West-Europa.

Chili telt in totaal 47 zeehavens, waarvan er 12 geschikt zijn voor de internationale scheepvaart en vrachtbehandeling. Van de zeehavens is die van Valparaíso in Centraal-Chili de grootste. Andere grote zeehavens zijn die van San Vicente in het zuiden en Antofagasta in het noorden. Sinds 1979 zijn particuliere kapitaalinvesteringen toegestaan bij de spoorwegen, de scheepvaart, de luchtvaartlijnen, de havens en de metro van Santiago. In 1999 bracht de privatisering van de drie belangrijkste havens van het land harde confrontaties met havenarbeiders met zich mee, maar president Frei bereikte met de havenbonden een akkoord. In de komende jaren zal worden verder gegaan met de privatisering van de tien belangrijkste Chileense havens. Ca. 95% van Chili’s buitenlandse handel verloopt via de zeehavens.

terug naar boven 

 Laatst bijgewerkt op: donderdag 24 maart 2016

Menu Generated By: OpenCube NodeFire - www.opencube.com